vrijdag 25 april 2014

Zo moeder zo dochter

Ofwel “wat hebben appels, bomen, examens en verslapen met elkaar te maken”?

Dat mijn tweede dochter veel van haar moeder heeft meegekregen in haar DNA-patroon (van mij dus, behalve dan die stiletto-hakken) is geen geheim. Regelmatig krijgen we te horen dat “we op elkaar lijken”. De uiterlijke overeenkomsten vallen vooral de buitenwereld op. Voor ons zijn die constateringen vaak een verrassing, ze vallen ons niet echt op. De innerlijke overeenkomsten zijn de feiten waar we dagelijks tegenaan lopen. Zelden word ik echt verrast in wat ze doet of presteert. Tot gisteren.


Gisteren was er de grote herkenning, eigenlijk HET “déjà vu”-moment van het jaar in de vorm van de telefoon die een beller aankondigde. Ik beantwoorde de oproep en luisterde naar de stem die mij toesprak aan de andere kant van de lijn. “U spreekt met het Sondervick College”. De melding werd gevolgd door de vraag of de beller sprak met “de ouders van … “. Ik grapte met “in ieder geval één van hen” en was in de veronderstelling dat ik een zekere jongedame moest ophalen van school “vanwege “flauwvallen” of toestemming moest verlenen vanwege “naar huis willen vanwege ziek zijn”.

Het was weliswaar wat vroeg in de ochtend om “al ziek te melden” – slechts 9.05 uur maar het me nog helemaal niet opgevallen dat het aantal aan-/afwezige fietsen in de achtertuin niet klopte. De aanwezigheid van de diverse tweewielers verraadt doorgaans wie er wel of niet in of om het huis aanwezig is. Maar ik had er niet naar gekeken. Normaal gesproken ben ik ’s morgens niet eens thuis, maar mijn werkhervatting is wat onregelmatig sinds mijn operatie. Oudste dochter is twee weken naar Amsterdam. Haar vakantie is deze week al begonnen. De andere twee kinderen hebben deze week nog gewoon school, waarbij de middelste nogal onregelmatig wordt verwacht qua presentie zo kort voor haar examens en met veel facultatieve lessen op het programma.

De beller meldde zich als “van het Sondervick” met de mededeling dat er gewacht werd op dochterlief vanwege een zeker technologie examen. Ik antwoordde met een vraag “ligt ze nog in haar bed?”. Terwijl ik met telefoon en Sondervick aan de lijn de trap op ging, werd mij gevraagd hoe snel ze op school kon zijn. Ze kreeg nog een half uur. Mijn reactie was dat dit makkelijk ging lukken. Ik kon haar wel brengen.

Mijn gemakzucht komt door het déjà vu gehalte van de situatie. Een “walk down memory lane”. Alleen toen … lag ik in bed … ja ja, “die appel, die boom etc.” Maar bij mij ging het om een landelijk examen en ik zat niet op school in mijn eigen woonplaats. Bovendien kreeg ik geen half uur de tijd maar slechts twintig minuten om vanuit mijn bed in Voorschoten te schieten en in de gymzaal in Wassenaar aan te sluiten bij mijn mede-examenkandidaten. Bovendien reed mijn moeder geen auto en was vader voor de verandering naar een klant. Evenmin was er personeel van vader in de buurt om met een 2cV-bestelwagen te hulp te schieten. Het aanbod van mijn moeder terwijl ze mij wakker maakte “om mijn fiets vast uit de garage te halen” sloeg ik resoluut af. Dat ging ik nooit halen op de fiets.

Met de telefoon in de hand opende ik de slaapkamer van dochter en vroeg of zij niet ergens moest zijn … “technologie examen?” vroeg ik … Haar antwoord was ook door de beller te horen en begon met een F.
“Ik breng haar wel”, was mijn antwoord. Ik kon het niet laten om te vertellen over het déjà vu gehalte van de situatie en hoe ik zelf indertijd met een heuse limousine op het schoolplein werd afgeleverd. Want gelukkig hadden we een taxibedrijf om de hoek. Gelukkig voor haar lijkt er toch nog een verschil. Mijn “te laat komen” ging als lopend vuurtje door de hele school, zeker ook vanwege die limousine. Bij dochter lijkt het slechts beperkt tot de aanwezigen “die haar wel een beetje gemist hadden bij aanvang”.

1 opmerking :